Overexcitabilities van Dabrowski
In de persoonlijkheidstheorie van Dabrowski wordt het ontwikkelingspotentieel van leerlingen zichtbaar in 5 intensiteiten, de zogenoemde overexcitabilities.
Psychomotorische intensiteit
Grote beweeglijkheid, grote behoefte aan actie, snel praten, impulsiviteit, lichamelijke onrust/friemelen, hyperactiviteit, minder slaap nodig hebben.
Zintuiglijke intensiteit
Sterk genieten van en behoefte om zich uit te drukken in muziek, geluiden, beeldende kunst, kleur, vormen en taal. Sterke behoefte om aan te raken, te voelen en te ruiken.
Intellectuele intensiteit
Een grote intellectuele honger, interesse in morele vraagstukken, zoeken naar de waarheid en en sterk vermogen tot zelfreflectie. Een scherp observatievermogen, sterk geboeid worden door logica en een drang om complexe problemen te willen op lossen en diepgravende vragen te stellen.
Verbeeldende intensiteit
Sterk vermogen tot en veelvuldig gebruik van gedetailleerde visualisaties die inventief en fantasievol zijn. Bij spanningen en verveling afleiding vinden in een fantasiewereld/ door weg te dromen of door overmatig grappen te maken om sociaal ongemak op te vangen.
Emotionele intensiteit
Extremen in emoties en reacties van zeer genuanceerd tot diepgaand en zeer heftig. Sterk rechtvaardigheidsgevoel en inlevingsvermogen. Grote compassie met anderen en het vermogen om intense relaties aan te gaan. Sterk en verfijnd gevoelsbewustzijn en sterke gevoelsherinneringen van ervaringen in het verleden.
Om prettig te kunnen leven is het nodig om je overexcitabilities (sensitiviteit en intensiteit) te accepteren en te integreren.
Psychomotorische intensiteit
Grote beweeglijkheid, grote behoefte aan actie, snel praten, impulsiviteit, lichamelijke onrust/friemelen, hyperactiviteit, minder slaap nodig hebben.
Zintuiglijke intensiteit
Sterk genieten van en behoefte om zich uit te drukken in muziek, geluiden, beeldende kunst, kleur, vormen en taal. Sterke behoefte om aan te raken, te voelen en te ruiken.
Intellectuele intensiteit
Een grote intellectuele honger, interesse in morele vraagstukken, zoeken naar de waarheid en en sterk vermogen tot zelfreflectie. Een scherp observatievermogen, sterk geboeid worden door logica en een drang om complexe problemen te willen op lossen en diepgravende vragen te stellen.
Verbeeldende intensiteit
Sterk vermogen tot en veelvuldig gebruik van gedetailleerde visualisaties die inventief en fantasievol zijn. Bij spanningen en verveling afleiding vinden in een fantasiewereld/ door weg te dromen of door overmatig grappen te maken om sociaal ongemak op te vangen.
Emotionele intensiteit
Extremen in emoties en reacties van zeer genuanceerd tot diepgaand en zeer heftig. Sterk rechtvaardigheidsgevoel en inlevingsvermogen. Grote compassie met anderen en het vermogen om intense relaties aan te gaan. Sterk en verfijnd gevoelsbewustzijn en sterke gevoelsherinneringen van ervaringen in het verleden.
Om prettig te kunnen leven is het nodig om je overexcitabilities (sensitiviteit en intensiteit) te accepteren en te integreren.