Renzulli en Mönks
Onderzoek toont aan dat mensen die prestaties op hoog niveau leveren vaak over kenmerkende persoonlijkheidseigenschappen beschikken. Dit wordt met het triadische model van Renzulli geïllustreerd. Dit "drieringenmodel" geeft aan dat hoog)begaafden vaak over de volgende persoonlijkheidskenmerken beschikken:
- Hoge intellectuele vermogens: intelligentie die boven het gemiddelde ligt, vaak gemeten met een prestatie- of intelligentietest, meestal uitgedrukt met een intelligentiequotient (IQ).
- Taakgerichtheid en volharding (motivatie): doorzettingsvermogen om een taak te volbrengen.
- Creatief vermogen: het vermogen om op een originele en vindingrijke wijze oplossingen voor problemen te bedenken.
Ter aanvulling op de door Renzulli beschreven aanlegfactoren (hoge intellectuele capaciteiten, creativiteit en motivatie), wordt in het meerfactorenmodel van Mönks het belang van een goede interactie met de sociale omgeving benadrukt voor een gezonde ontwikkeling.
Hierbij gaat het met name om de wisselwerking met gezin, school en vrienden (peers/ontwikkelingsgelijken). Pas bij een goed samenspel van de persoonskenmerken en sociale omgevingen kan (hoog)begaafdheid zich ontwikkelen. Dit kan alleen tot stand komen als ook de sociale competentie voldoende eigen gemaakt kan worden (Mönks, 1995).
Hierbij gaat het met name om de wisselwerking met gezin, school en vrienden (peers/ontwikkelingsgelijken). Pas bij een goed samenspel van de persoonskenmerken en sociale omgevingen kan (hoog)begaafdheid zich ontwikkelen. Dit kan alleen tot stand komen als ook de sociale competentie voldoende eigen gemaakt kan worden (Mönks, 1995).
Wat ik hierbij zelf erg belangrijk vindt is de verkeerde vertaling uit het Engels, waar Task Commitment vertaald is naar motivatie. Taakgerichtheid zie je namelijk ook nog verschijnen bij kinderen die alle schoolmotivatie kwijt zijn als ze iets mogen doen binnen hun interesse.
Motivatie daarnaast vind ik wel heel interessant, want hoe houden wij de leer en schoolmotivatie van deze kinderen waarbij alles vanzelf gaat, er weinig autonomie, keuzevrijheid of niveauaansluiting is. Deze kinderen werken zelden binnen hun zone van naaste ontwikkeling, voelen zich zelden competent, hun grote autonomie wordt weinig ingezet, en voor hun interesses of vele vragen is weinig plaats binnen ons drukke weekrooster. En daar waar er gedragsproblemen ontstaan door verveling en het niet begrepen worden komt een breuk in de relatie met de leerkracht en wordt er helemaal niets meer geleerd, want juist het gevoelige hoogbegaafde kind is nog meer afhankelijk van een goede band met degene die hem/haar iets moet gaan leren!
De aanvulling met de basisbehoeften van Deci en Ryan; relatie, autonomie en competentie maakt voor veel hoogbegaafde kinderen het grote verschil !
Motivatie daarnaast vind ik wel heel interessant, want hoe houden wij de leer en schoolmotivatie van deze kinderen waarbij alles vanzelf gaat, er weinig autonomie, keuzevrijheid of niveauaansluiting is. Deze kinderen werken zelden binnen hun zone van naaste ontwikkeling, voelen zich zelden competent, hun grote autonomie wordt weinig ingezet, en voor hun interesses of vele vragen is weinig plaats binnen ons drukke weekrooster. En daar waar er gedragsproblemen ontstaan door verveling en het niet begrepen worden komt een breuk in de relatie met de leerkracht en wordt er helemaal niets meer geleerd, want juist het gevoelige hoogbegaafde kind is nog meer afhankelijk van een goede band met degene die hem/haar iets moet gaan leren!
De aanvulling met de basisbehoeften van Deci en Ryan; relatie, autonomie en competentie maakt voor veel hoogbegaafde kinderen het grote verschil !